Sterven is niet erg, liefste.
Ik ben enkel naar de andere kant van de weg verhuisd.
Wat we voor elkaar waren, dat zijn we nog altijd.
Noem mij met de naam die je steeds gebruikte.
Spreek met mij, gelijk je altijd tot mij sprak.
Spreek niet plechtig of anders dan vroeger, neen.
Blijf lachen over wat ons vroeger samen deed lachen.
Bid, glimlach -denk aan mij- en bid met mij.
Spreek gewoon over mij onder elkaar -zonder gemaaktheid of droefheid. Het leven is toch wat het altijd was.
De draad is niet doorgeknipt. Waarom zou ik ineens nu ver van jou zijn ? Omdat je me niet meer ziet ?
Ik ben toch niet ver. Alleen aan de andere kant van de weg.
Zie je, alles is goed gebleven.
Je zal mijn warme liefde en tederheid nu nog mooier ervaren.
En dus, liefste, als je lief wil zijn voor mij wees nu niet te droef en ween niet te veel indien je mij echt liefhebt.