Aardbevingen

In de schaduw van de pandemie

Je zal maar in het centrum van Zagreb wonen, in maart 2020, als plots de aarde begint te beven en één van de spitstorens van de kathedraal naar beneden stort. Alsof de aankondiging van een pandemie nog niet voldoende was.

Alsof Kroatië nog niet genoeg getroffen was, werd op 29 december het hele stadje Petrinja verwoest. 7 doden, waaronder een meisje van 12, na een minutenlange beving die waar te nemen was tot in Servië, Bosnië en zelfs tot in Wenen. En Turkije dan, één van de meest actieve aardbevingsgebieden ter wereld, werd op 30 oktober 2020 in Izmir nog maar eens opgeschrikt door een earthquake van 6,6 op de schaal van Richter met 24 doden en meer dan 770 gewonden tot gevolg. Deze schok had zijn epicentrum in de nabijgelegen Egeïsche zee waardoor ook het Griekse eiland Samos getroffen werd. Het waren maar “fait divers” in de nieuwsberichten, overschaduwd door Corona, het alles overheersende nieuwsmonster. Aardbevingen zijn me meer beginnen interesseren sinds ik er zelf één mee maakte .

10 november 2011, ik was op culturele rondreis in Turkije, van Istanboel tot Antalya. In een hotel in Kusadasi dronken we rond 22.30 uur onze laatste raki toen plots de buffetkast begon te rinkelen. Glazen sloegen stuk op de grond. Tafels begonnen te schuiven over het parket. Alles schommelde heen en weer en de garçons begonnen te lopen, terwijl ze ons toeschreeuwden: “Run, run, earthquake!” We stormden de gang in richting exit. Andere gasten waren ons reeds voor. De Griekse namaakzuilen hingen slingerend aan de gewelven, zo leek het althans. En dan stonden we buiten. Ik zocht mijn reisgenoten. Die kwamen druppelsgewijs toegestroomd. De chauffeur van onze bus, een Turk, snelde voorbij met zijn valiesje achter zich. Hij ging in de bus slapen… Mensen vroegen me om een antwoord dat ik niet kon geven, want ik had dat nooit meegemaakt. Ik belde de hotelmanager. “No panic, I’m coming down”. We stonden reeds met een honderdtal hotelgasten buiten. Na vijf minuten kwam eindelijk de hotelmanager, de laptop in de hand. Het was een schok in diezelfde zee op 15 km van de kust met 5,3 op de schaal. “Wees niet bang, dit hotel kan 9,5 verdragen”. Ik stelde mijn reisgenoten gerust en vroeg de manager of zij de mensen niet zou aanmanen om terug naar hun kamers te gaan. “Doe ik niet,” antwoordde ze “straks komt de naschok en staan ze hier opnieuw”. We bleven dus maar staan. Rond middernacht, toen enkelen al binnen waren, kwam de tweede schok. Niet zo erg. We zochten onze kamer op.”

Wilfried

 De dag nadien was er ook maar één onderwerp in de bus tot we in Efeze aankwamen en zagen dat de restanten van de beroemde Artemistempel nog overeind stonden. In 1999 was het erger geweest: (Turkije is één van de meest actieve aardbevingsgebieden ter wereld) 7,4 op de schaal van Richter met als gevolg 17.000 doden, waarvan 1000 in Istanboel. In 2011 werd het Griekse Samos, dat niet zo ver in de zee ligt, getroffen met 600 doden en een mini-tsunami bovenop. Samos, dat prachtige eiland, dat ik ooit met Simonne verkende op een gehuurde scooter. Deze dagen beleven honderden vluchtelingen er barre tijden in schamele tenten.

Zwitserland

Zwitserland

Het item “aardbeving” bleef me boeien. Het kanton Wallis, in zonderheid de Val d’Anniviers, is mijn geliefd wandelgebied tijdens vele vakanties. Wie daar ooit in bewondering stond voor de gletsjerwereld van de “Couronne Imperiale” keert er meerdere keren weer. Deze kroon van vierduizenders gevormd door de Matterhorn, Weisshorn, Dent Blanche, Zinalrothorn en de Ober Gabelhorn was het decor van tientallen schitterende bergtochten, die ik maakte met Zinal als uitvalsbasis. Toevallig of niet, maar geologisch vormt de Matterhorn (4478 m) een klippe met de Dent Blanche (4357 m) en de Zinalrothorn (4221 m) Mijn opzoekingen naar aardbevingen in dat gebied brachten me naar 1946, toevallig mijn geboortejaar, toen de kerk van Vissoie, het centrum van de Val  d’Anniviers, middendoor gekliefd werd en het halve dorp verwoest. Geologen vonden uiteraard de oorzaak van dit gebeuren: even verder in de vallei, nabij de Ar Pitetta en de Moiry, plaatsen waar ik verschillende keren doorwandelde, vonden zij afzet van gneis en planten die enkel in Afrika te vinden waren. De botsing, miljoenen jaren geleden tussen de, laat het ons Europese en Afrikaanse plaat noemen, moet daar plaats gevonden hebben. Het zou dus goed kunnen dat in die voorhistorische tijden olifanten en andere dinosaurussen hebben rondgedwaald aan de voet van de idyllische Matterhorn. Ik ben dus te laat geboren. Mijn mooiste afdaling , die van de Gornergrat (3089 m) tot Zermatt (1604 m) , die ik  drie jaar geleden nog deed, zou er nog sprookjesachtiger hebben uitgezien! 

Wilfried Van de Velde