Gesangsucht

Vakantie anno 2020 en Gesangsucht als hopelijk geen ander

Vakantie 

afgeleid van vacatio (Latijns werkwoord vacare) dat staat voor vrij zijn van verplichtingen. Het is een periode waarin een persoon zijn gewoonlijke dagelijkse activiteiten staakt, zoals naar school of het werk gaan.”

 
 

Het einde van de zomer en de schoolvakantie komt stilaan in zicht. De laatste week van augustus hadden wij een vakantie in Berlijn gepland. Eígenlijk was het onze bedoeling om al in april naar Berlijn af te reizen, maar ‘tante Corona’ stak daar een stokje voor. In maart dachten we nog dat het grootste virusgevaar tegen het eind van de zomer geweken zou zijn, het virusje misschien zelfs al bedwongen, of dat alleszins de hoogste piek al vér achter ons zou liggen. We hadden onze Berlijnse vijfdaagse dus van april naar eind augustus verplaatst… Helaas werd het begin juli al duidelijk dat we tegen dan alweer “aan het surfen zouden zijn” op wat zo hatelijk de tweede golf heet. Bovendien betoogden in Berlijn, op 1 augustus, wel zeventienduizend betogers tegen de door de overheid opgelegde vrijheid beknottende maatregelen en tégen de “muilkorvenplicht”. De demonstranten droegen geen mondmaskers,  alsof ze zo kracht wilden bijzetten aan hun ongenoegen over en lak aan alle regelneverij. Afstand bewaren ‘in the crowd’ deden ze natuurlijk ook niet. Kortom, ze lapten ostentatief minstens twee van de basisregels aan hun laars. 

 
 

Twee van de drie C’s, je weet wel, de C’s die te vermijden zijn als je geen corona-infecties wil helpen verspreiden (Avoid: Crowds, Close Contact, en Closed Spaces). Hoewel Duitsland op dat moment nog een “groene” zone was, leek het ons verstandiger om een en ander al bij te sturen, alvorens dat ze “oranje” of “rood” zou kleuren. We stelden onze plannen nog maar eens bij, schoven onze city trip voor een tweede keer voor ons uit. Om de gemaakte kosten van onze vooruitbetaalde, niet annuleerbare boeking niet te verliezen, moesten wij ervoor zorgen dat onze nieuwe boeking niet méér dan een jaar na de oorspronkelijke boeking viel. Hopelijk kunnen we met Pasen 2021 wél op ontdekking in Berlijn!

 
 
Three C's

 Iets gelijkaardigs ‘overkwam’ ons ook met de geplande vakantie in juli:  twee weken zouden we hebben doorgebracht in Umbrië, in onze ogen een waarlijk paradijselijk oord. Een Italiaanse regio die bovendien tot dan toe nog tamelijk van corona gespaard was gebleven. Het leek ons zelfs veiliger om daar te vertoeven dan in België, waar zich begin juli de dreigende opmars van de tweede coronagolf al begon af te tekenen in de lelijke coronagrafieken en –statistieken. Ja, je leest het goed… het werkwoord staat in de conditionalis II, de voltooid verleden toekomstige tijd: zaterdag 18 juli waren we dapper en enthousiast vertrokken, met de auto welteverstaan, richting “la dolce Italia”.

Frie in Perugia
Foto: Piet De Smet

Ik moet jullie vast niet vertellen wat er allemaal nog moet gebeuren en wat voor ellenlange checklistjes afgevinkt moeten worden, alvorens je écht op vakantie kan vertrekken, en eindelijk die langverwachte periode waarin je ‘vrij van verplichtingen’ bent, kan instappen… Na een dag van redelijk hard labeur, valiezen inpakken, picknick voor onderweg bereiden, frigobox vullen, autokoffer inladen, instellen van de GPS met alle tussenstopadresjes, enz., konden wij ons Belgisch kot achter ons laten om duizendzevenhonderd kilometers verder ons Italiaans kot op te zoeken.

 
 

Aangekomen in ons hotel in Luzern (Zwitserland), de eerste stopplaats, voelt “de pater familias” zich niet zo lekker. Beetje last gehad van de airco of de lange rit? Of wat te weinig geslapen tijdens zijn laatste werkweek omdat er nog allerlei deadlines gehaald en projectjes afgewerkt moesten worden? Hij voelde zich rillerig en slap, zonder veel meer. Of hij eerst een uurtje kon uitrusten van de rit?  Na een flinke dut zou hij vast snel weer kwiek en fit op de been zijn om samen met ons het mooie Luzern te bezichtigen… In onze kwart eeuw van samenzijn, zag ik hem welgeteld drie keer té ziek om uit bed te komen.  Dit was dus  een ‘red alert’. Hoog tijd om de EHBO-koffer (die voor deze reis een dubbelgrote inhoud en omvang had gekregen) uit de auto te halen. De koortsthermometer gaf een niet erg gerust-stellende temperatuur van 38,5° aan… Een inname van twee Dafalgans van 500 mg én een uur verder, was de temperatuur van de bedlegerige zelfs nog met een volle graad gestegen! De situatie vroeg om een redelijk uitgebreid familieoverleg. Het werd als het ware een beraad onder vier wijzen. 

 
 
EHBO kist

Zouden we hem gewoon een nachtje laten uitzieken? Zondag hadden we een volgende stop in Bologna waar we drie Italiaanse vrienden zouden ontmoeten. Was het wel verantwoord om dat te doen wanneer iemand in het gezelschap ziekteverschijnselen heeft zoals koorts? “Zeker niet!”, zo klonk het stelling uit Leandro’s mond! We zouden kunnen informeren aan de receptie van het hotel naar de contactgegevens van een dokter. Maar wat zou de reactie zijn? Stel je voor dat het hotel ons zou verzoeken om onze hotelkamer niet meer te verlaten. Of dat hij getest zou worden op corona en de test positief zou blijken. Moesten we dan allemaal in quarantaine blijven, in zelfisolatie gaan in een voor een verblijf van meer dan één nacht veel te krappe Holiday Inn familiekamer? 

 
 

In tijden van corona wordt plots, zo niet alles dan toch veel, héél onzeker en zijn de vragen vaak talrijker dan de antwoorden. Dat onze zieke liever niet ter plaatse een dokter bezocht in tijden van corona, konden wij best begrijpen. We gingen over tot een democratische stemming over iets waar in onze vier paar ogen toch maar één besluit het juiste was. Onze kinderen stemden solidair met hun ouders, én verantwoordelijk en empathisch: een éénsluidend veto tégen de verderzetting van onze reis weerklonk. Die avond zelf nog belden we onze Italiaanse vrienden op en legden hun onze situatie uit. We annuleerden last minute de verblijven van onze tussenstops én het lange verblijf… Met spijt in het hart, ’t was droevig maar het moest: beter was het héén te gaan, … .

 
 

 Zaterdagnamiddag trok ik samen met de zonen nog voor een kort bezoekje doorheen de Altstadt van Luzern. We wandelden over de drie mooie brücken en maakten enkele foto’s. In afwezigheid van onze zieke, voelden wij ons niet erg compleet. En hij probeerde zich, in de eenzaamheid van de hotelkamer, vooral niet te schuldig te voelen als ongewilde “vakantieverknaller”… Onze jongens overstegen zichzelf en drukten, net zoals wij, hun ontgoocheling over de plots afgelaste vakantie de kop in. Ons vooruitzicht om tien lange dagen door te brengen in een prachtig huisje in een oude maar op schitterende wijze tot in de puntjes én zelfs earthquake proof gerenoveerde ‘borgo’ ging op in rook. Genieten van de rust vanop die groene en ‘s nachts lekker koele, Umbrische heuvelrug en daar, zonder al te veel uit ons kot te komen, minstens een paar uur per dag te kunnen chillen, aan het zwembad, met afwisselend de gulle warmte van de zon op onze huid, en tussendoor de koele verfrissing van het water,… bleek een “fata morgana”. Maar hopelijk houdt de zomer van 2021 deze vakantie voor ons nog in petto!

 
 
Frie in Luzern

’s Zondags maakten we rechtsomkeer. We konden in de late namiddag terecht bij de huisartsenwachtpost in Sint-Niklaas.  De dienstdoende arts keek naar het afgegeven urinestaal en bevestigde de diagnose die ik zaterdag zelf al vermoedde. Ik was er namelijk wel behoorlijk gerust in dat er geen corona, maar iets anders “in het spel” was. Misschien had ik, mits wat meer verstand voor wetenschappelijke vakken, nog voor huisarts kunnen studeren. Het is al vaker gebleken in het verleden dat ik wel gerichte anamnesevragen kan stellen en best wel een goeie Dokter Google ben. Op basis van de symptomen dacht ik dat een infectie van het –ik zal het wat ruimer benoemen- urinaire systeem hem flink parten aan het spelen was. Geen virus dus. Een bacterie! Daartegen is enkel een antibioticakuur van drie weken opgewassen. Het was goed dat we teruggekeerd waren, want onze zieke hield nog ruim drie dagen het bed. De ontgoocheling om de gerateerde vakantie, maakte al gauw plaats voor de opluchting dat het uiteindelijk dàt maar was, niks ergers, en géén corona. En waar kan je beter uitzieken dan thuis in je eigen  bed ?

 
 

 We hebben al bij al prettige én nuttige dingen gedaan tijdens wat ons restte van onze twee vakantieweken: wat getuinierd, enkele mooie wandelingen en fietstochtjes gemaakt, een paar keer lekker uit eten gegaan in voor ons nog ongekende restaurantjes… de oprit schoongemaakt, genoten van een B&B-overnachting in gastvrij Limburg, een François-ijsje gaan eten, de pubers geholpen met opruimen zodat hun kamers weer ‘schooljaar proof’ zijn. Ook de zolder stevig opgeruimd en daar nog enkele oude schatten ontdekt, die me deden beseffen dat de tijd steeds sneller gaat. Zo vond ik nog een tekst die ik schreef en voorlas op de uitvaart van mijn oma langs moederskant. Zij had nog het geluk haar laatste levensjaren, na het overlijden van haar man, door te brengen in een service flat en later woonzorgcentrum in coronavrije tijden waarin regelmatige bezoekjes nog konden en mochten, en er van afstandsregels nog geen sprake was … 

 
 
 
 
Opgeruimde kamer

Een staycation heeft best ook voordelen, en die kan je –inderdaad- pas écht ontdekken als je effectief thuis blijft! En je kan je gelukkig ook ‘Sant in eigen land’ voelen. Je hebt daar geen Costa Dorada of del Sol voor nodig, en zeker niet in een zomer zoals die van anno 2020, waar we ook nog eens overspoeld werden door een hittegolf met temperaturen die flirtten met recordmaxima. Een thuisvakantie biedt je de kans om je ‘eigen bubbelhabitat’ op een andere, misschien betere, manier te (leren) waarderen. Dat vraagt gewoon een beetje goodwill om te proeven, te proberen, om de dingen naar waarde te schatten, en de wil om te kijken met open hart en onbevangen blik. Uitstel van een ‘uitvakantie’ betekent bovendien geen afstel. Dat is een troostrijke gedachte. In de pessimistische visie, is het enige wat de plannen volgend jaar nog kan dwarsbomen dat corona volgende zomer nog altijd even lelijk of nog lelijker huishoudt. Of dat wij door een coronabesmetting ergens in dit najaar of volgend voorjaar de zomer van 2021 niet zouden overleven… Dat zou pas pech zijn, zoiets als Umbrië en Berlijn niet zien want vooraf sterven…

 
 
 
 
 
 
Staycation

 Soms denk ik, of wil ik geloven, dat corona me misschien al ‘te stekken’ had in oktober 2019 (hoewel gezegd wordt dat het virus hoogstens in januari/februari ons landje binnenkwam, maar er wordt zoveel gezegd dat je je kan afvragen wat ‘ze’ eigenlijk écht weten en wat niet)…

 
 

In oktober was ik enkele dagen flink verkouden. Drie weken later, begin november, schoot ik ’s nachts wakker met een warmte-uitbarsting en helse pijnen in de hartstreek. Die nacht wou ik me niet naar spoed laten voeren omdat de oudste zoon die ochtend vroeg met de klas naar Berlijn vertrok en ik hem niet ongerust wilde maken. De dokter van wacht hadden we wel opgebeld. Na een uur stond hij aan mijn bed waarin ik enkel nog rechtop kon zitten. Na auscultatie sloot hij een hartaanval uit. Daarmee leek hij me te willen geruststellen, hoewel ik dat intussen zelf ook wel al bedacht had. 

 
 


Volgens hem had ik wél een ongevaarlijke maar pijnlijke spierscheur, ergens tussen de ribben in mijn linkerzij, door een te abrupte beweging die ik zou gemaakt hebben tijdens het rechtstaan uit bed. Mijn gezond verstand, zei me dat die diagnose geen steek hield… maar ik voelde me niet in staat om met ‘Mister Knows All Because He Is A Doctor’ in discussie te gaan. Toen hij de deur uit was, stelde ik, na online verificatie van mijn symptomen, al snel ‘mijn diagnose’. Alles wees op een pericarditis, een ontsteking van het hartzakje, wat soms optreedt als complicatie na een virale infectie. De huisarts die ik in de ochtend bezocht, bevestigde mijn diagnose. Ze stuurde me stante pede door naar spoed. Nog geen tien seconden kon ik op mijn rug blijven liggen, en al helemaal niet zonder gehuil en gekerm, waardoor zij dus geen elektrocardiogram kon maken (hoewel ze dat vast stiekem nog graag eens op mij had geoefend). 

 
 
 
 
 
 

Op de spoeddienst kreeg ik alvast intraveneus twee dosissen pijnstilling toegediend en werd ik aan de monitor gekoppeld. Toen de Dafalgan ingesijpeld was, kon ik nog altijd niet goed diep in- en uitademen of pijnloos neerliggen. Tussen de fel priemende steken in mijn hart door, moest ik snel en oppervlakkig naar adem happen en weer uitpuffen. Intussen tekende de ECG-machine raadselachtige curves die alleen een cardioloog ontcijferen kan. Ademen deed ik op het tempo van een  lange afstandsloper die net, met de tong op de tenen, de eindmeet van een marathon heeft bereikt…. De spoedarts opperde dat het ook wel eens een longembolie kon zijn, en liet me alvast met bed en al naar de radiografie rijden voor een röntgenfoto van de longen. Die waren schoon… geen embolie te bespeuren. De cardioloog kwam langs voor een echografie van mijn hart. Eerder bruut en hardhandig rolde hij de met de probe van het echotoestel over mijn borst en hart waarover hij vooraf haast achteloos en zonder verwittiging een blubber ijskoude gel had uitgestort. Hij maande me streng aan om roerloos, met één arm omhoog, op mijn linkerzij te blijven liggen, wat me maar ternauwernood lukte. Op mijn geschreeuw van de pijn, reageerde hij droogjes met : “Mevrouw, het is niet mogelijk dat u nu nog zoveel pijn heeft hoor, met de hoge dosis pijnstilling die u werd toegediend…” Met andere woorden: hij zette me weg als een aanstelster of overgevoelige trees, wat me al even hard in het hart stak, maar dan figuurlijk. Hij mocht daar verdorie in míjn plaats komen liggen, de ploert, misschien kon hij zich dan wél eens invoelen? Dit tafereel voltrok zich voor de lede ogen van mijn echtgenoot, en tot zijn grote ontstentenis. Hij stond er even plompverloren bij als tijdens mijn bevallingen, niet goed wetende waarmee goed te doen of hoe enige afleiding te brengen. Ik nam het hem niet kwalijk.

 
 
Op de spoed

Maar dus, ik geloof graag, of maak mezelf wijs dat mijn lichaam dit virus al heeft verslagen. Zeker wanneer ik ergens in een artikel online lees dat pericarditis blijkt voor te komen (als complicatie) bij meer dan 50% van COVID-19 besmette personen. Natuurlijk weet ik ook wel dat het allemaal niks wil zeggen over ‘immuniteit’ of de kans om toch nog (eens) besmet te geraken…Op het moment van de pericarditis heb ik echt wel gedacht dat mijn laatste uur geslagen had. Niet dus. Gelukkig loop ik hier nog altijd rond… Onkruid vergaat niet!

 
 
Alden Biezen

Ook al hadden wij ons onze vakanties anno 2020 enigszins anders voorgesteld, toch hebben wij onze weken, vrij van werk, een mooie zij het andere, maar daarom niet minder goede, invulling gegeven. En het ziek zijn was al bij al en achteraf beschouwd toch maar een akkefietje. Wij prijzen ons gelukkig dat we nog altijd gezond en wel zijn en samen, met ons viertjes, in onze bubbel.

 
 

 De enige aanslepende kwaal waar ik bij momenten flink en wellicht niet als énige last van heb, is er eentje die ik het best kan bestempelen als “Musiksucht, Gesangsucht en Zusammen-Seinsucht” (naar variant op Sehnsucht wat ik mooier vind klinken dan nostalgie, al is het maar omwille van de ‘zucht’ in het Duitse woord). Het is onvoorstelbaar en best behoorlijk ondraaglijk te beseffen dat wij, Acanti, intussen al zes maanden, een half jaar (!) niet meer samen zijn mogen en kunnen komen om te zingen! Dit is een “ziek-zijn” van een heel andere aard, dat niet zomaar eventjes te bestrijden valt met een baxtertje, wat pijnstillers, de juiste dosis antibiotica, enkele ontstekingsremmende pilletjes, een beetje bedrust, of andere soort van magistrale bereiding… De enige remedie hiervoor is toch wél weer samen te kunnen zingen!

 
 
Zingen

Alleen is dat niet meer zo vanzelfsprekend. Het vraagt om een ‘behandeling’ die met grote omzichtigheid en aftastend moet worden uitgevoerd, wegens dat vervloekte virus! 

 
 

De repetities terug opstarten vraagt ernstig studiewerk en het doornemen van alle uitgeschreven voorschriften en protocollen van de GEES, experten, en de vertalers daarvan uit ‘the field’, Koor&Stem. Er komt een degelijke voorbereiding en orkestratie aan te pas, door dirigent, bestuur en alle bereidwillig helpende handen en denkende hoofden die dit alles mee in goede banen wensen te leiden. En dan doen zij dat nog allemaal met in het achterhoofd de kans dat we binnen enkele maanden moeten zeggen dat het allemaal een maat voor niks was, en de repetities weer voor onbepaalde tijd opgeschort moeten worden voor de veiligheid van allen… Terug opstarten vraagt moed en daadkracht, en het wordt hard werken met de nodige omzichtigheid en ook zelf- en naastenzorg. Daarbij zijn plexiglas, mondmaskertjes, afstand, alchoholgel, ventilatie en ontsmettingsmiddel niet veel meer dan helpende attributen. Meer dan ooit zullen discipline en verantwoordelijkheidszin aan de orde zijn tijdens de repetities…

 
 

Maar het is denk ik ook wel duidelijk dan het niemand van ons ontbreekt aan de nodige portie goesting om het ‘samen zingen’ weer op  te pikken, zelfs al zal een en ander nog voor afzienbare tijd niet als vanouds verlopen. Maar wat een sprankeltje hoop toch kan doen! Godfrieds mail waarmee de koorleden individueel bevraagd werden over hoe ze aankijken tegen een corona-protocol-respecterende heropstart van ons koor, kwam als een geschenk uit de hemel. Het was als een zonnestraal die doorheen een donkere regenwolk priemt en kwam, althans wat mij betreft, géén dag te vroeg of te laat. 

 
 
freak out

En kijk…, as we write, is de final countdown naar onze heropstart al begonnen! Nog slechts één weekje te gaan, behoudens onverwachte omstandigheden, door virus of bacterie of wat anders! Reikhalzend kijken we uit naar 3 september. Ik kan er niet kalm onder blijven…I’m totally Frieking out!  Maar op dit eigenste moment geeft het me de krop in de keel en word ik er wat stil van. Dus sluit ik dit artikel af, in de schoonheid van andermans woorden, met volgend gedicht, dat verwoordt wat gemis maar ook zin en verlangen voor een mens kunnen betekenen…

 
 

Als er geen danser meer was

die de wereld een draai geeft

met pirouettes

 

Geen speler die de rollen keert

geen schilder die het licht

uit de schaduw trekt

 

Muzikant die stemmen kan verbinden

en nooit voorbijgaat aan een rust

Als er alleen nog de dichter was

 

Om zo’n leegte te beschrijven

hij zou de woorden niet vinden

 

 

Maud Vanhauwaert

Uit: Het stad in mij