Verleden jaar was het zover,
eindelijk ging ik op pensioen.
De spreekwoordelijke tijd
om vele leuke dingen te gaan doen.
Één ding stond op mijn lijst
helemaal bovenaan.
Ik wilde terug bij een koor gaan zingen,
het liefste als sopraan.
Ik ging wat info zoeken,
wat googelen op het internet.
En kijk het koor Acantus
had net een zoekertje gezet.
Op dus naar de opendeurdag,
ik zal het nooit vergeten.
Want toen ik hoopvol binnen kwam,
beslisten ze om te gaan eten.
Op dus naar de volgende repetitie,
die vond ik best oké.
En toen heb ik al snel beslist,
ik vind dit leuk, ik doe graag mee.
Godfried zei toen nuchter,
dat is allemaal best.
Maar eerst bij mij op het appèl
voor een muzikale test.
Op dus naar de stemtest.
Ik was toch wat nerveus.
Maar dit moest ik nu eenmaal doen,
ik had gewoon geen keus.
‘k Heb volle gas gegeven,
zelfs een stukje opera.
Ik ben er zeker van, Godfried’s oren
zinderen vandaag nog altijd na.
En toen kreeg ik te horen,
‘k zal nooit vergeten, wat was ik blij.
Welkom bij de Acanti,
het was in orde, ge moogt erbij.
Ik heb een aantal weken
met de repetities meegedaan.
Heb veel mooie liedjes bijgeleerd
en ook hoe de stoelen moeten staan.
Maar toen kwam er uit China
een virus op de proppen.
En voor we het beseften
was het niet meer te stoppen.
We moesten met z’n allen
thuis in isolatie.
Het zingen was gedaan
tot iedereens frustratie.
Gedaan de repetities,
alle optredens geannuleerd.
En ik had al een mooi truitje
voor de Paasweek gereserveerd.
Gelukkig heb ik thuis
de vele partituren.
Ik oefen dus ook frequent
in mijn kot tussen vier muren.
Soms zing ik plots “gaudete, gaudete”
tot verrassing van mijn huisgenoot.
Die schrikt zich dan een hoedje
van die ongemeen hoge noot.
We houden ons bezig maar ik weet zeker
dat het dra voorbij zal gaan,
en dan gaan we er met z’n allen
weer volop tegenaan.
Ik wens aan alle Acanti
uit het diepste van mijn hart.
Bovenal gezondheid
en binnenkort een nieuwe start.