Er is een tuin
waar de laaghangende zon
de opkomende nevel
met haar laatste krachten
verlicht en vult,
door zonnebloemen fier wordt begroet,
en eeuwig op de foto staat.
Een gedempt licht
die poogt de wereld te verzachten,
een herfstwind die de kwakkelzomer sluit.
Ingetogen
mijmert een verloren witte vlinder
op ’t vermiljoene eikenblad.
Terwijl de wereld verbrandt
onder een dunne ozonlaag
of kantelt in zijn eigen nat
mijmert een verloren witte vlinder
ingetogen
op ’t vermiljoene eikenblad :
Quid nunc ?